Mijn doden
31 zaterdag okt 2015
Posted reizen, schrijven, waterdrager, woorden
in31 zaterdag okt 2015
Posted reizen, schrijven, waterdrager, woorden
in29 donderdag okt 2015
Het was putje winter en ik was een jaar of vijf denk ik toen Va me riep.
“Kijk eens of deze bottines passen.’
Hij hield een paar oude, stijve en vooral heel lelijke afgedragen bottines voor mijn neus.
Het was de toverspreuk waar ik al zo lang op wachtte: “De bottines.”
De bottines waren vorige winters gedragen door mijn oudere broer en zus en zouden de volgende winters hoogstwaarschijnlijk verder gedragen worden door mijn jongere broers.
Pas deze bottines eens, wou eigenlijk zeggen: “Jij mag mee. Vandaag mag jij ook mee.“
Vandaag mocht ik mee!
De oude Schelde was al dagen toegevroren en elke dag ging Va na school met de twee oudsten op het ijs schaatsen. Ik mocht niet mee, ik was nog te klein, zei Moe, ondanks het feit dat ik telkens heel hard mijn best deed om groot te zijn. Vandaag was ik ineens groot genoeg.
Vol verwachting en blijdschap en met mijn hand in de hand van Va huppelde ik even later naar de ijzerwinkel van Jefke van Rikus. Ik ging graag naar Jefke van Rikus omdat mijn vriendinnetje Marieke daar woonde. Ik hoopte vurig dat ze ook in de winkel zou zijn zodat ze kon zien dat ik al mee mocht, dat ik al groot genoeg was. Ik wist dat zij al geweest was en dat was niet eerlijk want ze was kleiner dan ik.
Va toonde de bottines aan Jef en vroeg of hij nog ergens ijzers liggen had die er op pasten. En ik was dolgelukkig. Eindelijk, zoals de groten, eindelijk kreeg ik ook schofferdijnen, eindelijk mocht ik mee. Jef rommelde in een bak vol ijzers en vond een paar dat wel paste op mijn bottines. Marieke was nergens te zien, jammer eigenlijk. Jef nagelde de ijzers aan mijn bottines en ik had schofferdijnen!
In de namiddag vertrok Va niet met twee maar met met drie kinderen (ik mocht mee!) naar het water, nee, naar het ijs. Het water was ijs geworden. Heel mooi ijs, bedekt met een dun laagje sneeuw. Moe ging niet mee, die bleef thuis met de kleintjes. De kleintjes, ha daar hoorde ik nu niet meer bij, ik was mee met de grote. Ik had het ijs de vorige dagen wel al gezien maar nog niet van zo dichtbij. Het was prachtig, de zon weerkaatste op het ijs en ik was in de zevende hemel.
Ik had mijn grijze duffelcoat aan, dat weet ik nog goed. Het was de winter van de donkergrijze duffelcoat die de vorige winter van mijn broer was en enkele winters daarvoor van mijn zus waarschijnlijk, maar dat wist ik niet zeker. Moe kocht elk jaar duffelcoats voor de kinderen die te groot of te klein waren voor de duffelcoats die voorhanden waren. Elk jaar een andere kleur. Donkergrijs, lichtgrijs, bruin, beige of donkerblauw. Ik heb alle winters van mijn kindertijd een duffelcoat gedragen en ik herinner me gebeurtenissen aan de hand van de kleur van mijn duffelcoat. Zo heb ik mijn voet eens zwaar verzwikt in een blauwe duffelcoat, ik moet toen tien geweest zijn. De beige duffelcoat was mijn laatste en dat was, naar de normen van Moe, al net iets te modern, beige. Een deftige duffelcoat hoorde grijs of blauw te zijn.
Die winter droeg ik dus een donkergrijze en had ik voor het eerst schofferdijnen aan mijn voeten.
Het was net als in een sprookje. Op het bevroren water stonden stalletjes met dampende soep of chocomelk en vooral met heerlijk geurende oliebollen en gepofte kastanjes. Er waren veel mensen, echt heel veel mensen, ik wist niet dat er bij ons in het dorp zoveel mensen woonden. De koster was er ook met zijn draaiorgel en er werden rondjes geschaatst op de vrolijke muziek. Er stonden vuurkorven en er hingen lampions in alle kleuren. En ik was er ook!
Ik werd door Va afgeleverd achter een soort omheining bij de andere kinderen die nog niet konden schaatsen. We konden ons vasthouden aan de stokken of wat oefenen met een stoel. Broer en zus mochten bij de grote mensen schaatsen. Ik nog niet maar dat gaf niet. Ik was er en ik rook heerlijke dingen en ik keek mijn ogen uit.
En toen zag ik Va schaatsen. Ik kon mijn ogen niet van Va af houden. Hij zweefde bijna. Hij hield een arm op zijn rug en de andere arm ging op en neer als hij schaatste. Hij schaatste rustig en sierlijk en toch ging hij heel vlug. Iedereen keek naar hem. Meester was de beste schaatser, dat wist heel het dorp. Nu wist ik het ook want ik had het zelf gezien. Va viel geen enkele keer, hij draaide rondjes op de muziek, hij sprong omhoog, kwam telkens heel mooi neer en zweefde verder. “Daar, kijk, dat is mijn Va,” zei ik heel fier tegen de andere kinderen telkens Va voorbij schaatste en zwaaide.
Ik bibberde van de kou maar dat deerde mij niet want ik was zo gelukkig zoals alleen een kind van vijf gelukkig kan zijn.
27 dinsdag okt 2015
Posted Geen categorie
inVandaag voor de tweede keer een praatgroep
Nederlands voor asielzoekers begeleid
= super leuk
(maar wat een verhalen!)
18 zondag okt 2015
Posted borstkanker
in2 zussen, 2 broers
oudste zus 1 had 10 jaar geleden borstkanker in rechterborst
jongste zus 2 (ik) had 1.5 jaar geleden borstkanker in linkerborst
zus 1 heeft nu borstkanker in linkerborst
en nee, het is geen erfelijke borstkanker
en toch
3 van de 4
Is het nu wachten op nummer 4?
10 zaterdag okt 2015
04 zondag okt 2015
01 donderdag okt 2015
Posted limericks, schrijven, waterdrager, woorden
inik heb een plan
een klein boekje
met mijn limericks
met mijn schrijfsels
voor mij en de mijnen
de mooiste
als mini gedichtjes
de leukste
gewoon zoals ze zijn
met een tekening
met een sprekend beeld er bij
maar alleszins
met een mooie vormgeving
halverwege omkeerbaar
of zo iets
als aandenken
van mijn rijmelarij
van mijn schrijverij
rusteloos zoeken
de woorden zijn er
zonder samenhang
en toch zou ik beter
gaan slapen en
rust vinden
in de rusteloosheid
in de woorden
en adem vinden
dus ik blijf zoeken