We are the champions…
31 vrijdag okt 2014
Posted foto's
in31 vrijdag okt 2014
Posted foto's
in30 donderdag okt 2014
Weer helemaal terug de oude 🙂
Geen krampen meer
niet meer op en van de de pot
geen yoghurtjes of beschuiten meer
terug normaal kunnen eten
terug normaal kunnen slapen
en de zon schijnt!
Geplaatst door Adem blogt | Filed under zwans
28 dinsdag okt 2014
Posted borstkanker, waterdrager, werk, ziekenhuis
inJa, ik weet het, het is geen mooie titel.
Maar het is wel een exacte beschrijving van de huidige toestand.
Ik ben sedert zaterdagnacht zo ziek als een hond, als een hond met de schijterij dan nog wel.
Man man wat is me dat. Pot op, pot af, op de knieën voor de pot, terug gewoon op de pot, draaierig, kortom een hele nacht lang pure ellende. Ik ben blijkbaar eventjes flauw gevallen want ik werd ineens wakker op de grond van de badkamer.
Enfin, natte washandjes op mijn voorhoofd, mond spoelen, polsen onder de kraan, terug op de pot, draaierig, bed in, bed uit. U kent het wel.
“Als het morgen niet beter is, moet je naar het ziekenhuis”, zei de dokter.
O nee, ik ga niet naar het ziekenhuis! Ik was het voorbije half jaar bijna dagelijks in het ziekenhuis. Ik ga niet. Punt. Ik herstel thuis wel, dat lukt me wel.
Ondertussen is het dinsdag en voel ik me een beetje beter maar nog nog niet helemaal zoals het moet.
Het mag nu echt stoppen. Letterlijk.
Ik ben flink geweest maar nu ben ik het ‘kots’moe en ‘schijte’beu.
Ik word geacht mijn reserves op te bouwen en niet af te breken.
Het domme van de situatie is dat ik net gisteren uitgerust en fit opnieuw zou beginnen werken. En nu lig ik hier als een schotelvod op bed.
Het kan verkeren, zei Bredero.
De schijterij mag ook verkeren, zeg ik.
23 donderdag okt 2014
De vijfde schrijfopdracht vond ik best wel moeilijk:
Beschrijf een genante situatie waarbij er iets uit jouw handtas valt.
Ja, wat kan er allemaal uit een handtas vallen? En waar? En vooral wanneer is het genant?
En wordt genant met of zonder accent geschreven?
Zowel genant als gênant is volgens het witte boekje correct. Dan kies ik voor genant zonder accent. Het klinkt zo al Frans genoeg.
En is genant wel een mooi klinkend woord? Bestaat er geen mooier Vlaams woord, desnoods een Nederlands woord, om een ongemakkelijke situatie te beschrijven?
Beschamend?
Ongemakkelijk?
Bezwarend?
Pijnlijk?
Rode kaken krijgend?
Nu ja, zoals ik al zei, ik vond deze opdracht niet gemakkelijk. Ik heb niet zo veel last van gêne, al zeker niet wat mijn handtas betreft.
Dit is het resultaat. Hopelijk niet al te genant :).
Madeira
Ik zag het helemaal zitten en telde de dagen af.
Na een lange winter en een koele lente zouden we dan toch richting zon vertrekken: naar Madeira, het land van de liefde, van de bloemen, van de wijn en van de hagedissen. Madeira, het wandeleiland met eeuwenoude tradities en vooral met zon.
Als ik op reis ga, neem ik al vele jaren een grijsblauw Kipling rugzakje mee. Ik draag het nooit op mijn rug, het hangt gewoon aan mijn schouder. Mijn dochter kreeg het ooit voor haar plechtige communie maar na twee jaar vond ze zichzelf te oud voor Kipling en nam ik het rugzakje met veel plezier over. Het rugzakje was dus 15 jaar lang, want mijn dochter is nu 27, mijn trouwe metgezel. Het ging mee op reis, op uitstap en op wandeltocht. Het zag vele bergen, bossen, zeeën, ruïnes, stranden en zelfs de woestijn. Het reisde mee per fiets, vliegtuig, boot, kameel, trein, bus en auto. Het moet echt van ongelofelijk goede kwaliteit zijn want het is bijna niet versleten maar het is en blijft uiteindelijk wel een vormeloos lelijk Kipling rugzakje. Dus werd het hoog tijd om eens iets nieuws te kopen, iets fris, moderns en vooral zeer praktisch.
Ik had ook dringend enkele nieuwe shorts en T-shirts nodig want blijkbaar waren die van vorige zomer wat gekrompen dus trok ik naar de stad. Het was net solden en ik stapte de C&A binnen waar het wemelde van de mensen. Ik zag zelden zo’n mensenzee: iedereen verdrong zich voor de grote bakken met slordig gestapelde shorts, shirts, sjaaltjes. Ik ben niet zo gek van drummende mensen die tegen je aanstoten en je steeds willen voorsteken dus ik zocht in alle haast wat bloesjes en shorts bijeen, enkele bleken later net iets te ruim te zijn.
Toen ik me naar de paskamers wurmde, zag ik daar, heel uitdagend, een reuze grote helblauwe handtas hangen. Ik had nog nooit zo’n grote handtas gezien. Ik vond ze prachtig en nam ze in mijn handen. Vijftien euro. Vijftien euro? Ik was verkocht. De helblauwe handtas bleek zeer praktische lange riemen te hebben en paste perfect op mijn schouder. De tas kon zeker dienen als nieuwe, moderne handtas en tegelijk ook als perfecte handbagage en als strandtas. Weg met mijn oude vertrouwde Kipling, hier kwam de moderne tas.
De helblauwe tas was alleszins groot genoeg om er mijn geldbeugel, gsm, pakje sigaretten, zonnecrème, zonnebril, flesje drank, leesboek, zakdoekjes, koekjes, pet, sleutels, sjaaltje, deo, tampons, reisgids, lippenbalsem, druivensuiker, zakdoekjes, stylo’s, puzzelboekje, fototoestel en reisdocumenten in op te bergen.
Fier als een gieter vertrok ik enkele dagen later naar Zaventem met de moderne frisse blauwe tas over mijn schouder. Heerlijk was dat. Ik had alles bij en het hing over mijn schouder, hoe praktisch is dat! In het vliegtuig werd de tas open en dicht gedaan. Alles wat ik nodig had kwam er uit en ging weer in.
Madeira was prachtig. De zon scheen uitnodigend. De eerste dag, na een frisse duik in de oceaan, vertrokken we voor een lange wandeltocht naar Funchal. We smeerden ons goed in met de zonnecrème uit de tas. We trokken foto’s met het fototoestel uit de tas. We dronken onderweg wat water uit het flesje uit de tas. Ik zette mijn pet op en af en stopte ze weer in de tas. Later, op een terrasje terwijl ik de reisgids uit mijn tas wou nemen om wat over de tobogans van Funchal te lezen, merkte ik dat de kleur van de tas blijkbaar wat af ging. De hoeken van de tas en ook de riemen waren grotendeels wit geworden. Tiens, tiens, hoe kon dat nu. Had ik die tas ergens tegen gestoten? De volgende dag aan het zwembad zei een vriend: “Die tas van jou wordt wit. Zou dat door de zon komen?” We lachten hartelijk, wij werden bruin en mijn tas werd wit.
Na twee dagen was mijn trots, mijn mooie helblauwe tas, bijna helemaal blauwwit gevlekt. Het was een echt afgrijselijk ding geworden maar ze bleef wel heel praktisch. Ik besloot het me niet aan te trekken. Het was een goede grote tas, er kon veel in en ik droeg ze gemakkelijk.
De voorlaatste dag vertrokken we met de bus naar een hoog gelegen dorpje om nadien te voet naar beneden te wandelen langs de prachtige wandelwegen. Toen we bijna aan onze halte waren, stond ik recht, klaar om af te stappen. En ineens schoot de naad los van de blauwwit gevlekte tas en de hele inhoud viel op de grond. Op dat moment stopte de bus en rolde alles naar voren.
Toeme toch. Een broltas, brol was het ja, een reuze grote blauwwit gevlekte lelijke broltas.
Een aantal medereizigers hielpen om van alles op te rapen. Toen ik de belangrijkste dingen, mijn geldbeugel, mijn sleutels, mijn zonnebril, mijn fototoestel en mijn leesboek terug gevonden had, vond ik het welletjes. Ik had geen zin om onder het oog van alle passagiers de hele bus af te zoeken naar zonnecrème, stylo’s, waterflesje en puzzelboekjes. En al zeker niet naar tampons.
Trouwens de chauffeur werd ongeduldig. Als we wilden afstappen, moesten we ook afstappen, vond hij.
We stapten af en toen de bus vertrok, smeet een zeer behulpzame passagier nog vlug het doosje tampons naar buiten door zijn venstertje. “Por favor, senhora, in case you need it!”
Sindsdien is het oude Kipling rugzakje opnieuw mijn trouwe reisgezel. Het heeft van die kleine zakjes met ritsen en ik hou vooral van het knoopje in de touwtjes bovenaan. Mijn hebben en houden is veilig opgeborgen en hangt stevig op mijn schouder.
Laat mij maar op reis vertrekken, je herkent me vast wel, er hangt steevast een oud, vormeloos grijsblauw Kipling rugzakje aan mijn rechterschouder.
20 maandag okt 2014
Posted borstkanker, verhuizen, werk, zwans
inEén vlieg.
Er zit altijd één vlieg in dit nieuwe huis.
Geen twee, geen drie, geen vier.
Nee, één heel irritante vlieg.
Ik mep die steevast dood.
Vliegen dood meppen, dat kan ik goed, al zeg ik het zelf.
Mep. Dood.
Vlieg is dood.
Dan zie ik weer één vlieg. Mep. Dood.
Wat later, een halve dag of zo, is er weer één vlieg. Mep. Dood.
Ik zie nooit 2 vliegen.
Ik kan nooit twee vliegen in één klap dood meppen.
Nee, telkens is er maar één vlieg.
Zou die vlieg steeds opnieuw reïncarneren?
Dat kan niet. Ik mep ze heel hard dood en meestal trap ik er nog eens goed op en spoel ze dan door in het toilet. Geen enkele ruimdenkende vlieg overleeft zo’n geweld. Dus die vlieg komt niet weer, zoals de kat uit het liedje, nee dat kan niet.
En toch is er telkens opnieuw één héél irritante vlieg in huis.
Rare vieze beestjes, die vliegen.
Deze voormiddag kwam de vlieg van dat moment op het scherm van mijn laptop zitten. Nu weet ik wel beter, ik zal nooit een vlieg dood meppen op een scherm. Bah. Dat geeft zo’n vuiligheid en dat krijg je moeilijk van je scherm. Dus joeg ik de vlieg weg en wou ik ze daarna dood meppen maar ik vond ze niet meer. Typisch. Een half uurtje nadien: ja hoor, de vlieg zat weer op mijn scherm.
Ik word er moordlustig van. Meppen zal ik, tot de allerlaatste vlieg van dit heelal verdwenen is of tot de éne vlieg van dit huis zijn/haar intrek heeft genomen in een ander huis, liefst aan de andere kant van de wereld.
Hoe het met me is ondertussen?
Ik ben, na een klopje van de gekende hamer, reeds een week terug in ziekteverlof. Ik werk wat van thuis uit en volgende week begin ik opnieuw halftijds te werken.
“Tot eind december,” zegt de dokter, “anders sta je hier binnen de twee weken opnieuw. En, niet vergeten, ondertussen goed aan je conditie werken en reserve opbouwen.”
Dus slik ik nu elke morgen trouw wat koninginnebrij en ’s middag neem ik een biocure’tje voor 50-plussers en natuurlijk ook nog steeds mijn twee capsules salvestrol.
Ik ga elke dag een uurtje wandelen, fietsen, zwemmen, aerobic volgen of badminton spelen… Dat is toch het plan. We zien wel of dat lukt. Ik heb er alvast zin in.
Maar eerst die ene vieze ambetante kriebelende reïncarnerende irritante lastige stomme vervelende vlieg definitief dood meppen, dat is prioriteit nummer één!
10 vrijdag okt 2014
Posted boeken lezen, borstkanker, verhuizen, waterdrager, werk
inMan, man, ik ben moe.
Ik werk terug voltijds (dus 4/5) en elke week vraag ik een of meer dagen verlof omdat het niet lukt. Terwijl ik eigenlijk graag verlof zou vragen om op verlof te gaan, moet ik nu verlof vragen om uit te rusten van de voorbije werkdag. Dit jaar heb ik nog geen vakantie gehad. Ik snak naar vakantie, ik snak naar rust, ik snak naar mijn vroegere zelf.
Na een volle dag werken ben ik de dag nadien zo moe als een hond, wat zeg ik, zo moe als tien honden samen. Als ik dan thuis kom heb ik totaal geen fut meer om nog iets te doen, zodat de boel de boel blijft. De vuile ramen, de onopgeruimde keuken en de laatste onuitgepakte dozen grijnzen naar mij van zodra ik de deur open doe en dat doet mijn moed dan weer in mijn schoenen zakken. Zelfs wat eten maken is lastig en dus steek ik zo maar wat binnen: een gekocht belegd broodje, een koude diepvrieshap, een pizza, enz.
Ik moet dan van de dokter aan mijn conditie werken maar dat lukt niet. Van zodra ik ook maar de minste inspanning doe, begin ik te zweten als een rund, wat zeg ik, als een hele runderstal. Niet te doen.
Ik verlang er naar om eens in alle rust een goed boek te lezen, maar dat lukt niet. Na enkele bladzijden overvalt die vermoeidheid me en lukt het niet om me te concentreren op het verhaal. Ik mis het boeken lezen.
Dus
ga ik maandag naar de huisarts om, zoals hij zelf eerst voorstelde, een voorschrift zodat ik nog een maand halftijds ziekteverlof kan nemen en halftijds ga werken. Dan kan ik overdag wat bij rusten en misschien dan toch ook eens gaan wandelen, zwemmen of fietsen en ’s avonds wat lezen. O ja, ’s avonds eens een leuk boek lezen!
En dan moet ik hier niet meer zo zagen over mezelf 🙂
10 vrijdag okt 2014
Posted schrijven
in06 maandag okt 2014
Posted verhuizen, ziekenhuis, zwans
inDeze avond in het ziekenhuis kwam ik mijn vroegere buurvrouw tegen.
“Ik heb 3 gebroken ribben”, zegt ze.
“Hoe komt dat?”, vraag ik.
“Te hard geknuffeld”, zegt ze.
🙂 🙂
Ik begin te lachen en ze zegt: “Maar het is echt waar hoor”.
Als ik antwoord dat ze tegen haar man moet zeggen dat hij niet zo hard mag knuffelen, zegt ze:
“Het was mijn man niet, het was een groepsknuffel en ik stond in het midden.”
🙂 🙂
04 zaterdag okt 2014
Posted schrijven
inSchrijf over een bank en een park en twee mensen die zoenen.
En dat deed ik 🙂
een bank in het park
een man op de bank
een vrouw bij de man
een kus op de bank
zijn hand in haar hand
een kind in het park
een bal bij het kind
een bloem op de bal
een kus voor het kind
zijn lach en haar lach
een man en een vrouw
en een kind en een bal
en een hand en een kus
en een lach en een bloem
en een bank in een park
02 donderdag okt 2014
Posted borstkanker, limericks, waterdrager, zee
in